De ontwakende stad
Weblog
Na twee maanden onze activiteiten in de openbare ruimte vanwege de coronacrisis drastisch te hebben ingedamd, komt de hedendaagse stad weer langzaam tot leven. Sinds kort is er dagelijks een rij bij het ijscotentje in mijn buurt, met anderhalve meter onderbrekingen binnen de sliert aan wachtende mensen. De binnenstad van Utrecht is van eenrichtingsverkeer voorzien, om het winkelende publiek in de krapbemeten ruimte niet te dicht bij elkaar te laten komen. En tijdens digitale bijeenkomsten beginnen we onszelf hardop af te vragen of we elkaar volgende maand weer eens eindelijk in levende lijve kunnen zien, al is het maar in een buitenvergadering of iets dergelijks.

De stad als kloppend systeem ontwaakt traag uit haar winterslaap. We leerden haar kennen met minder verkeer en mensen op straat, met een schonere lucht, meer dieren in de stad die profiteren van de rust en met andere geluiden; van optrekkend en toeterend verkeer naar tjilpende vogels en snerpende schuurmachines.
De stad is als een muziekstuk met versnellingen, vertragingen en pauzemomenten. Het is een ruimte die normaliter plaats biedt aan ontmoetingen en gesprekken. Met drukke en rustige, maar ook uit het oog verloren plekken, welke een voedingsbodem zijn voor nieuwe initiatieven.
Een grote toegankelijkheid van het publieke domein draagt er aan bij dat mensen makkelijk met elkaar in contact komen, zich identificeren met hun stad, of zich er in gereflecteerd zien. Maar in coronatijd ligt dit anders en vinden onverwachte omkeringen plaats. Zo vormt het water van de grachten normaliter de plek om je te onttrekken aan het gonzende stedelijke leven op de straten. Nu is die dynamiek veranderd; met andere gebruikers als suppers op het water en met pop-up tentjes voor een al dobberende horecastop, terwijl de activiteiten in de bovenstraten zo goed als tot stilstand zijn gebracht.
De stad toont zich in al haar facetten en door ons aangepaste gedrag soms ook vanuit andere perspectieven en gezichtspunten.
De ontwakende stad biedt kansen om het stedelijk leven naar een hoger een niveau te tillen. Daar waar eerder epidemieën als de pest en cholera ons ertoe aanzetten om steden te verbeteren en van riolering te voorzien, stelt ook de coronapandemie ons voor uitdagingen bij stadsplanning. Het zet ons aan om nog slimmer na te denken hoe we in een gezonde en veerkrachtige stad willen leven. Hoe we onze economie duurzamer dienen te maken. Wat de betekenis is van parken en bossen, groenblauwe zones en open ruimtes en hoe we deze kunnen verbeteren of vergroten.
Deze tijd drukt ons met de neus op de feiten, als de stikstofcrisis op zichzelf niet al voldoende aanjager tot verandering is.
Wat nodig is, is dat we met elkaar een omgeving creëren die ons van de benodigde woningen, natuur, economie, verplaatsingsmogelijkheden, energie en voedsel voorziet. Met steden en dorpen met meer balans en inclusiviteit, waarin digitalisering en data ons kunnen helpen.
In dit kader is het interessant dat Amsterdam het donutmodel van Kate Raworth nastreeft (de schrijfster van de bestseller Doughnut Economics). Zij stelt dat er een grens zit aan economische groei en consumptie en dat het noodzakelijk is binnen het deeg van de twee cirkels te blijven. Dit levert een economisch model op dat eerlijker en socialer is, zonder teveel ongelijkheid tussen rijk en arm en zonder teveel van onze planeet te vragen. De kleinste cirkel stelt hier de sociale ondergrens voor. De grote cirkel staat voor wat we van onze planeet vragen.
Stadsplanning vergt dat we onze schouders zetten onder de urgente opgaven en de complexiteit ervan omarmen in integrale plannen. Hierbij is het van belang om het gesprek over ruimtelijke ontwikkeling op inhoud voeren, met in het achterhoofd de getallen voor bijvoorbeeld woningen en duurzame energieproductie. Zo valt er vanuit visie te opereren en verzanden we niet in ad hoc oplossingen.
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.